Het hof bevestigt het oordeel van de kantonrechter dat de broer terecht is ontslagen als executeur-afwikkelingsbewindvoerder en de zus niet.

Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter, waarbij twee broers wegens gewichtige redenen zijn ontslagen als executeur en afwikkelingsbewindvoerder.

Niet de tweede echtgenote van erflater is als juridisch eigenaar gerechtigd tot de verkoopopbrengst van de woning, maar diens dochter als economisch eigenaar.

De rechtbank komt via uitleg tot het oordeel dat de erfgenamen zijn gebonden aan de aanbiedingsplicht met betrekking tot een tot de nalatenschap behorende woning.

Volgens de rechtbank is door het maken van Spaanse huwelijkse voorwaarden voldaan aan de testamentaire voorwaarde en geldt in de verhouding bezwaarde-verwachter de voor vruchtgebruik dwingend voorgeschreven verplichting om jaarlijks opgave te doen.

Het hof acht wantrouwen in combinatie met het overgaan tot verdeling/ betaling van legaten voordat een deugdelijke boedelbeschrijving is opgemaakt en de vereffening is voltooid reden voor ontslag als executeur-afwikkelingsbewindvoerder.

De ene broer verzwijgt dat hij ten onrechte gelden van vader als huur heeft geïncasseerd, verbeurt zijn aandeel in die bedragen en moet deze aan andere broer betalen.

Anders dan in eerste aanleg acht het tuchthof de werkwijze van de tot vereffenaar benoemde notaris in een complexe nalatenschap waarin ook een rechter-commissaris was benoemd, niet verwijtbaar.

Weigering van een erfgenaam/deelgenoot een conservatoir beslag door te halen nadat dit waardeloos was geworden, is onrechtmatig.

De kantonrechter wijst vordering tot ontruiming toe omdat hij aannemelijk acht dat echtgenote van overledene geen affectieve relatie met hem had en zij niet haar hoofdverblijf had in de woning.