Er is niet voldaan aan de in een tussenvonnis gegeven bewijsopdracht zodat de rechtbank constateert dat niet is gebleken dat erflater feitelijk wilsonbekwaam was; het verzoek tot het mogen leveren van nader bewijs wordt afgewezen.

Partijen maken geen bezwaar tegen constatering dat rechtbank niet bevoegd is en stemmen in met voorstel om na verwijzing, dezelfde rechter, maar dan als kantonrechter te laten beslissen.

De kantonrechter volgt de deskundige in diens oordeel dat erflater ten tijde van het opstellen van zijn testament feitelijk wilsonbekwaam was.

De rechtbank wijst het verzoek af van de executeur-afwikkelingsbewindvoerder tot het ontslag van de bestuurder van een bv waarvan de certificaten tot de nalatenschap behoren.

Het hof legt testamentaire clausule zo uit dat vorderingen opeisbaar zijn als een deskundige constateert dat tien jaar na het overlijden kan worden uitgekeerd zonder dat het voeren van ‘staat’ in het geding komt.

Hof moet via uitleg bepalen of de voor het huwelijk van erflaatster gemaakte uiterste wil nog werking toekomt.

De rechtbank wijst de verzoeken tot het benoemen van vereffenaars in de nalatenschappen van vader en moeder af, en zou de zaak voor de overige verzoeken – bevel opmaken boedelbeschrijving en benoemen executeur – moeten verwijzen naar de kantonrechter.

De rechtbank acht bewezen dat de zus van erflaatster een vordering op de nalatenschap heeft wegens ter leen verstrekte gelden, maar dat erflaatsters partner/enig erfgenaam/executeur niet verwijtbaar de voldoening daarvan heeft verhinderd of tekortschiet als vereffenaar.

Omdat uit eerdere beschikking niet bleek dat verzoeker tot vereffenaar was benoemd, maar wel dat aan hem de taken van de gezamenlijke vereffenaars waren toegedeeld, is de verantwoordingsprocedure voor vereffeningen van nalatenschappen niet van toepassing.

In een Belgische nalatenschap beoordeelt de kantonrechter o.m. zijn eigen bevoegdheid en verleent onder de voorwaarde dat verzoekster eerst zelf de nalatenschap verwerpt, machtiging aan verzoekster om namens een minderjarig kind en een nog ongeboren kind te verwerpen.