Beroep langstlevende echtgenote op huurvoortzetting afgewezen.

Voorzieningenrechter acht het niet aannemelijk dat de gevorderde wijze van tegeldemaking van het nalatenschapsperceel plaats zal kunnen vinden vóór de aangezegde executieveiling en wijst de door de ene erfgenaam van de andere erfgenaam gevorderde ontruiming van het perceel en medewerking verkoop af.

In een zaak met veel interessante erfrechtelijke aspecten oordeelt de rechtbank o.m. dat de ‘life partner’ van erflater ondanks het einde van hun relatie recht heeft op het aan haar toegekende legaat.

Na het overlijden van een erflater wiens vermogen onder bewind was gesteld, kan geen beroep meer gedaan worden op artikel 1:362 BW.

Langstlevende die de negatieve nalatenschap van haar echtgenoot beneficiair heeft aanvaard, heeft geen belang bij beroep tegen het besluit van de Svb tot terugvordering van erflater.

In een tussenvonnis is geconstateerd dat de executeur en een derde schadeplichtig zijn aan de nalatenschap. Het door de vereffenaar gevorderde voorschot daarop wordt afgewezen, waarna de zaak naar de schadestaatprocedure wordt verwezen.

Het hof bekrachtigt het vonnis waarbij de rechtbank een onafhankelijke vereffenaar heeft benoemd en heeft geconstateerd dat het oordeel van de kantonrechter in een andere procedure in dezelfde nalatenschap gezag van gewijsde heeft.

Nu er na afwikkeling van de nalatenschap enkel nog een positief saldo resteert, is er geen reden de verdeling daarvan nog langer uit te stellen.

In afwijking van het daaromtrent in het testament bepaalde kent de kantonrechter aan de na het ontslag van de testamentaire executeurs benoemde professionele executeur een loon toe conform de Recofa-richtlijn.

Legitimaris verkrijgt als verwachter meer dan zijn legitieme, zodat een aanvullend beroep op de legitieme portie niet aan de orde is.