Redelijkheid en billijkheid brengen niet met zich dat openstaande declaratie van advocaat niet tot de schulden van de nalatenschap behoort.

Kort geding over de bevoegdheid van beheersexecuteur die claimt (mede wegens ‘opdrogende’ middelen en de slechte staat van onderhoud) bevoegd te zijn om een tot de nalatenschap behorende woning te verkopen en leveren.

Het verzoek van de onterfde echtgenoot/legataris tot ontslag van de bestuurders van een door erflaatster opgerichte stichting wordt afgewezen, maar verzoeker is wel belanghebbende bij dit verzoek.

Het Gemeenschappelijk Hof benoemt een deskundige.

Omdat zij het beheer toen niet uitoefende, hoeft dochter géén rekening en verantwoording af te leggen over de periode tot het overlijden van vader, wél (deels) over de periode daarna tot het overlijden van de dementerende moeder.

De rechtbank wijst de vordering af van de enig erfgenaam/executeur tot terugbetaling van onttrekkingen aan bankrekening erflater.

Op haar verzoek wordt voormalig bewindvoerster tot vereffenaar benoemd in de nalatenschap van erflaatster.

Kan de kantonrechter het loon van de vereffenaar ná de vaststelling van het loon nog op een ander bedrag vaststellen?

Dankzij overweging in de eerdere uitspraak is de kracht van gewijsde daarvan beperkt en dus vormt deze uitspraak geen belemmering om de zaak (opnieuw) voor te leggen.

De door de cliënt gevorderde vernietiging van de overeenkomst met diens advocaat op grond van dwaling omdat niet was meegedeeld dat de procedure kansloos was, wordt niet toegewezen, mede omdat de procedure niet door hem was gestart.