Eiser voldoet niet aan de zware bewijslast dat opzettelijk nalatenschapsgoederen zijn verzwegen, waardoor het beroep op het ex artikel 3:194 lid 2 BW verbeuren van het aandeel in die nalatenschapsgoederen wordt afgewezen.

Eiser heeft onvoldoende oog voor de van elkaar verschillende hoedanigheden, de daarmee samenhangende bevoegdheden en procesrechtelijke posities van een erfgenaam die tevens executeur is; hetgeen reden is om eiser deels niet en deels wel ontvankelijk te verklaren in zijn vorderingen.

Het is niet aan de rechtbank om te bepalen dat de kantonrechter de boedelkosten vaststelt en tevens het aandeel van ieder van de erven daarin vaststelt.

Terugbetalingsvordering van moeder op dochter wegens ongeoorloofde overboekingen door de dochter van moeders rekening mag worden verrekend met de opeisbare vordering van de dochter ter zake van vaders nalatenschap.

Het hof legt uit dat ‘wettelijk erfdeel’ in een onder oud recht gemaakt testament, een erfdeel inhoudt, berekend conform het breukdeel van de oude legitieme portie.

Hoewel een geestesstoornis aannemelijk is gemaakt, wijst het hof in afwijking van de rechtbank de vordering tot nietigverklaring van het testament vooralsnog toch af.

Rechtbank ziet geen aanleiding om artikel 4:15 BW naar analogie toe te passen op een ouderlijke boedelverdeling.

Tuchtrechter schorst verpleegkundige die ermee instemt dat de patiënt tijdens hun zorgrelatie haar testament zodanig aanpast, dat de verpleegkundige de helft van de nalatenschap verkrijgt.

In weerwil van de andersluidende wens van het bestuur van een stichting en de erven van de notaris voordat de oprichting van de stichting plaatsvond, besluit de rechtbank op verzoek van een belanghebbende tot ontbinding van die stichting.

In een onbeheerde nalatenschap benoemt de rechtbank op verzoek van de voormalig curator van de overledene een vereffenaar.