Het gerecht geeft eisers gelegenheid om aan te geven waarom medewerking van de gedaagde – de enig erfgenaam van een van de erven in een andere nalatenschap – nodig is voor de toedeling en levering van tot die andere nalatenschap behorend onroerend goed.

De voorzieningenrechter wijst de gevorderde ontruiming van de door de erflater gehuurde woning toe en veroordeelt de erfgenamen tot betaling van de huurachterstand.

De kantonrechter wijst het verzoek van een professionele executeur tot het toekennen van loon af omdat in het testament expliciet is bepaald dat de executeur geen loon krijgt.

In twee zaken benoemt de kantonrechter een notaris tot beheerder van de nalatenschap.

De kantonrechter stelt datum vast voor welke schuldeisers hun vordering bij de vereffenaar moeten hebben ingediend.

Het hof wijst zowel de vordering van het kind tot zekerheidstelling als de vordering van de langstlevende dat geen rente verschuldigd is over de OBV af.

Speciale opzeggingsgrond in geval van hospitaverhuur geldt ook als de hospita door het overlijden geen hoofdverblijf heeft in woning en de erven de huur opzeggen.

In een geschil over de voortzetting van de huur na overlijden van de huurder, geeft de kantonrechter partijen een bewijsopdracht en wijst de als voorlopige voorziening gevorderde ontruiming en betaling van huurtermijnen alsmede het beroep van de vermeende huurvoortzetter op artikel 4:5 BW af.

Na uitleg oordeelt het hof dat een eerdere uitspraak geen gezag van gewijsde heeft ter zake van het al dan niet bestaan van vorderingen uit hoofde van een schenking en een ongeoorloofde bankopname, dat het ontkennen van die vorderingen misbruik van recht was en dat de afgedwongen medewerking aan een akte van verdeling onrechtmatig was.

Het gerecht verleent machtiging tot verkoop van een perceel dat tot een aantal onverdeelde nalatenschappen behoort.