De rechter stelt de wijze van verdeling vast nu een van de gerechtigden daaraan niet meewerkt.

Voogd krijgt met terugwerkende kracht machtiging als bedoeld in artikel 1:349 BW BES om namens de minderjarige erfgenaam in rechte op te treden.

Twee zonen hebben voorafgaand aan het overlijden van erflater te lichtvaardig beslag gelegd op diens panden omdat diens partner – anders dan gesteld – op geen enkele wijze bezig was vermogensbestanddelen te verduisteren.

De rechtbank wijst het betoog af dat de OBV-vordering enkel opeisbaar zou worden als de langstlevende hertrouwt zonder het maken van huwelijkse voorwaarden.

Drankgebruik maakt niet onmachtig of ongeschikt om de eigen financiën te beheren, en dit betekent dat de in het testament van erflaatster vermelde grond voor het bewind onjuist is.

Het hof concludeert tot niet-ontvankelijkheid omdat het verzoek niet ten behoeve van alle deelgenoten van de onverdeelde nalatenschap van moeder is ingesteld.

Hoewel zowel de vereffenaar als diens advocaat zijn verschenen in een namens de nalatenschap gevoerde procedure, is dit voor het hof geen reden om de daarmee samenhangende vereffeningskosten te matigen nu de complexiteit van de nalatenschap beider aanwezigheid rechtvaardigde.

De kantonrechter oordeelt dat de beneficiaire aanvaarding niet plaatsvond onder bedreiging, dat de zoon niet alsnog kan verwerpen, dat de verkoop van de woning niet leidt tot zuivere aanvaarding en dat de bijzondere curator niet-ontvankelijk is in zijn verwerpingsverzoek.

De rechtbank stelt omvang nalatenschappen, legitimaire massa en legitieme portie vast en veroordeelt executeurs tot meewerken aan leveren maatschapsaandeel van de beide erflaters aan de voortzettende zoon.

Vordering van curator in nalatenschap erflater tot terugbetaling van door erflater uitgeleende gelden wordt toegewezen.