De Hoge Raad volgt de A-G: het hof meent terecht dat eisers de echtheid van erflaters handtekening onvoldoende hebben betwist, maar het hof heeft ten onrechte geoordeeld dat eisers de in een boedelbeschrijving opgenomen posten (behalve één) niet langer betwisten.

Het hof wijst verzoek tot afnemen voorlopig getuigenverhoor af mede omdat de opgeworpen onderwerpen dusdanig algemeen zijn dat onduidelijk is waar het verzoek op is gericht.

In het kader van de berekening van de legitieme portie vereenzelvigt het hof het vermogen van een door de ouders opgerichte stichting met die ouders.

Op verzoek van belanghebbende, een biologische zus van erflaatster, benoemt het gerecht een vereffenaar in de onbeheerde nalatenschap.

Onder meer uit (bank)aantekeningen gemaakt bij het openen van Zwitserse bankrekeningen volgt dat enkele erfgenamen nalatenschapsbestanddelen hebben verzwegen en hun aandeel daarin hebben verbeurd.

In een negatieve nalatenschap bestempelt de kantonrechter de kosten van de door de erfgenaam/vereffenaar ingeschakelde notaris als pre-vereffeningskosten die ten laste van de boedel komen.

Op verzoek van het Openbaar Ministerie benoemt de rechtbank een vereffenaar in een onbeheerde nalatenschap.

Notaris begaat beroepsfout door begiftigde/erfgenaam niet te wijzen op de discussie in literatuur of een bij de schenking vastgelegde vrijstelling van inbreng in een (latere) uiterste wilsbeschikking kan worden herroepen.

Ook het hof acht de executeur schadeplichtig wegens het niet afgeven van gelegateerde en thans niet meer aanwezige goederen.

De rechtbank beoordeelt welke stukken door de enig erfgenaam moeten worden afgegeven aan de door de rechtbank over het vermogen van het onterfde kind benoemde bewindvoerder.