Mantelzorgende nicht hoeft geen rekening en verantwoording af te leggen aan de erfgenamen van erflater; er is ook geen sprake van misbruik van omstandigheden of ongerechtvaardigde verrijking.

De kantonrechter benoemt een vervangend executeur omdat erflaatster een medewerker van een niet meer bestaand kantoor had aangewezen.

Op verzoek van de bank benoemt de rechtbank tegen de wens van de erfgenamen een vereffenaar.

Omdat executeur niet in die hoedanigheid wordt gedagvaard, wordt eiseres niet-ontvankelijk verklaard.

De kantonrechter volgt verzoekster niet in haar stelling dat de termijn van artikel 4:75 BW ter vrije bepaling van partijen staat.

Op verzoek stelt de kantonrechter een redelijke termijn waarbinnen de erfgenaam zich moet uitspreken over de wijze van aanvaarding/verwerping van een nalatenschap.

De gevorderde uitbetaling van een voorschot wordt afgewezen omdat minimumhoogte vordering niet vaststaat.

Voorzieningenrechter oordeelt dat dwangsommen weliswaar zijn verbeurt, maar dat deze inmiddels zijn verjaard zodat de ter zake gelegde beslagen moeten worden opgeheven.

Verzoeker in een langdurig onverdeelde Caribische boedel krijgt de gelegenheid zijn positie nader toe te lichten.

Het recht op inzage ex artikel 4:78 BW moet ruim worden uitgelegd, maar schept geen algemeen inzagerecht; fishing expedities moeten worden voorkomen.