Ook als in een bij kracht en gezag van gewijsde verkregen vonnis de verdeling van nalatenschappen is vastgesteld, kan op grond van artikel 3:179 lid 2 BW een nadere verdeling worden gevorderd als een of meer goederen zijn overgeslagen.

Kantonrechter wijst huurvoortzetting mede toe omdat artikel 8 EVRM mede het woonbelang van de betrokken minderjarige kinderen beschermt.

A-G Valk concludeert tot vernietiging van het vonnis van het hof in de zaak over de vraag of de langstlevende geregistreerd partner van erflaatster de door deze laatste van haar ouders geleende gelden moet terugbetalen.

Er is grond voor het ontslag van de executeur omdat hij is ontslagen als meerderjarigenbewindvoerder van erflaatster en bovendien onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft aan de erfgenamen over door de door hem samen met erflaatster bij de bank afgesloten lening ten behoeve van de eigendomsverwerving van een woning door de executeur.

Het enkel vermelden van een vordering op een kind in een testament volstaat niet voor het bewijs daarvan.

De kantonrechter oordeelt dat een onderhandse brief van erflater niet voldoet aan de vormvoorschriften van een uiterste wil en dat in een voor het overlijden ondertekend onderhands stuk geen afstand van een nalatenschap kan worden gedaan.

In een nalatenschap die negatief wordt als het legaat aan de erfgenaam/partner wordt afgegeven, is afgifte door en aan de partner/executeur mogelijk omdat en onder voorwaarde dat deze de schulden van de nalatenschap overneemt.

Net als de rechtbank oordeelt het hof dat het testament, anders dan de arts stelt, niet complex was en dat erflaatster wilsbekwaam was.

Niet door de bewindvoerder gesloten huurovereenkomst met betrekking tot een door het gerecht in het kader van een beheerregeling ingesteld bewind, wordt vernietigd wegens bedrog.

De rechtbank gaat in op de gevolgen van een door een meerderjarigenbewindvoerder in gang gezette procedure als de rechthebbende overlijdt en de advocaat van de bewindvoerder zich aan de zaak onttrekt.